1. Welkom op de site van…

Een van de meest voorkomende, maar ook slechte introteksten op een website, welkom op de site van….. Doe dit niet! Als het goed is, is iedereen welkom op een website. Websites waar je niet welkom bent, bestaan niet. Daarnaast helpt ‘Welkom op de site van…’ je niet hoger te scoren in Google. Zeg in de eerste zin wat je te bieden hebt.

2. Schrijf kort en bondig

Bezoekers ‘scannen’ je website en lezen niet alle teksten van voor tot achter. Een goede website is zo ingedeeld dat je bezoekers direct zien waar ze moeten zijn. Help je bezoekers met het vinden wat ze zoeken door je site goed in te delen en meteen to the point te komen. Beschrijf je product of dienst in een paar zinnen. Heb je meer ruimte nodig, maak dan een link naar een pagina met meer informatie. Gebruik korte zinnen met woorden die veel voorkomen.

3. Een onderwerp per alinea

Heb je veel te vertellen, knip je tekst dan op in korte alinea’s van maximaal 5 zinnen. Kom snel ter zake: probeer je tekst kort te houden. Kies ervoor om niet meer dan één onderwerp per alinea te behandelen. Zo houd je de websitetekst leesbaar voor je bezoekers.

4. Gebruik opsommingen

Wanneer je een product of dienst omschrijft, kun je de tekst voorzien van een opsomming:

• Een opsomming ‘breekt’ de pagina
• Het leest prettiger
• Een opsomming ondersteunt het ‘scannen’

5. Focus op één zoekwoord

Zorg ervoor dat een pagina een focus heeft. Stel, je verkoopt bijvoorbeeld kinderwagens, dan kan kinderwagens het focuswoord zijn van een pagina. Je wilt dat je op die zoekterm wordt gevonden. Zorg ervoor dat jouw zoekwoord daarom een aantal keer in de tekst voor komt. Gebruik het zoekwoord in de titel en in de eerste zin van de tekst. Verzin een paar synoniemen voor je zoekwoord, want voor de vindbaarheid mag je het zoekwoord niet te vaak gebruiken. Google stelt ook eisen aan de leesbaarheid en aan het aantal woorden per pagina. Pas vanaf 300 woorden per pagina ziet Google jouw tekst als relevant.

6. Gebruik subkoppen met heading tags

Met subkoppen en heading tags (H1, H2, H3, H4, H5, H6) geef je aan wat de structuur van je pagina is. Google kan zo beter zien hoe de pagina is opgebouwd. Een H1-tag gebruik je voor de titel. Deze weegt zwaarder dan een subkop die je een H2-tag meegeeft. Gebruik de tags H3-H6 om subonderdelen van de subkop H2 aan te geven. Zo zorg je voor een logische indeling van je website. Wanneer je ook nog interne links gebruikt (verwijzingen naar andere pagina’s op je website) dan voldoe je nog beter aan de eisen van Google en maak je het bezoekers nog makkelijker door je site te navigeren.

7. Schrijf actief, prikkelend en foutloos

Schrijf actief, prikkelend en foutloos. Vermijd zoveel mogelijk het werkwoord ‘zijn’ of vervoegingen daarvan. Gebruik in plaats daarvan de actieve vorm of het werkwoord ‘hebben’. Dus niet: ‘Dit wordt gedaan door Jan’, maar wel: ‘Jan doet dit’. Gebruik geen moeilijke woorden. Vaak is er voor een moeilijk woord wel veel voorkomend alternatief te vinden. ‘Beschouwen’ wordt ‘zien’, ‘creëren’ wordt ‘maken’. Mensen zijn ook nog steeds gevoelig voor de woorden ‘gratis’, ‘korting’ en ‘succes’. Ze zijn niet origineel, maar werken vaak hypnotiserend. Ben je beter dan je concurrent? Vertel dan waarom dat zo is! Let ook goed op je spelling en op het juiste gebruik van komma’s, dubbele punten en andere leestekens.

8. Spreek je lezer aan

Bezoekers voelen zich gewaardeerd als je ze aanspreekt. Jouw bezoekers willen het gevoel hebben dat er een persoon achter de website zit. Of je ‘u’ of ‘jij’ gebruikt hangt af van de doelgroep die je bedient. Wil je het zakelijk houden, kies dan voor u. Wees wel consequent: er is niets zo vervelend als je in dezelfde alinea wordt aangesproken met u en met je.

9. Call to action

De meeste sites hebben de bedoeling met een call to action diensten of producten te verkopen. Je bezoekers weten dat. Maak daarom direct duidelijk wat je te beiden hebt en wat je van ze verwacht. Wil je ze laten abonneren op je nieuwsbrief, zorg dan voor een duidelijke call to action. Dit bestaat vaak uit een kleurrijke button op een goed zichtbare plek met een duidelijke tekst. Vertel je bezoekers wel waarom het voor hen zo interessant is om zich te abonneren op jouw nieuwsbrief.

10. Afbeeldingen

Gebruik afbeeldingen om je verhaal te verduidelijken. Google ziet graag afbeeldingen op een website. Google kan alleen nog niet zien wat er op de afbeelding staat. Geef je afbeelding daarom een goede naam en gebruik altijd ALT-tags met het onderwerp van je afbeelding. Maar, gebruik alleen afbeeldingen die de inhoud versterken en ondersteunen.